Alternatief model voor persoonlijkheidsstoornissen (AMPD): state of the art en klinische toepassing
Wilt u meer weten over de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen vanuit het Alternatieve Model in DSM-5? In deze training maken wij u wegwijs in de nieuwe DSM-5 concepten voor persoonlijkheidsstoornissen én leert u hoe u diagnostiek volgens dit alternatieve model kunt toepassen in de praktijk.
AanmeldenU wordt getraind in het gebruik van verschillende vragenlijsten en interviews (o.a. Semi-Structured Interview for Personality Functioning DSM-5 (STiP-5.1)) en u leert hoe u alle informatie kunt integreren tot een diagnostische formulering.
Het Alternatieve model voor Persoonlijkheidsstoornissen breekt met het idee van een zuiver beschrijvende classificatie van persoonlijkheidsstoornissen, zoals we dat traditioneel van DSM kennen. Het integreert empirisch onderzoek en klinische ervaring in een model dat richting geeft aan de wijze waarop we in de toekomst naar persoonlijkheidsproblematiek zullen kijken. Aan de kern van het model zitten Criteria A en B, die respectievelijk de ernst en de stylistische expressie van de persoonlijkheidsproblemen beschrijven. Beide criteria bieden een kader om informatie uit bestaande en nieuwe instrumenten te ordenen.
In deze training vertalen we deze concepten in herkenbare en bruikbare klinische voorbeelden, introduceren we nieuwe diagnostische instrumenten en introduceren we een stapsgewijze methode om diagnostiek volgens het Alternatieve model vorm te geven in de klinische praktijk.
Deze cursus is bedoeld voor psychologen, GZ-psychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en psychiaters die dieper willen ingaan op de diagnostiek van persoonlijkheidsproblematiek.
Leerdoel:
Na afloop van deze training bent u;
- Geïnformeerd over het DSM-5 Alternatieve model voor pesoonlijkheidsstoornissen.
- In staat om het STiP 5.1 interview te gebruiken in de klinische praktijk bij het vaststellen van het niveau van persoonlijkheidsfunctioneren.
- In staat om het SCID-AMPD module II interview te gebruiken in de klinische praktijk bij het vaststellen van pathologische persoonlijkheidstrekken.
- In staat om informatie van verschillende bronnen (cliënt, informant, interviewer) en methodes (vragenlijst, interview) te integreren.
- In staat om een samenvattende diagnostische formulering volgens het Alternatieve model op te stellen.